Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij [18]ziet om naar veel, maar ziet, [19]gij bekomt weinig; en als gij het in huis gebracht hebt, [20]zo blaas Ik daarin. Waarom dat? spreekt de HEERE der heirscharen; om Mijns huizes wil, hetwelk woest is, en dat gij loopt elk [21]voor zijn eigen huis. 18. Of, wend uw gezicht naar vele; dat is, gij verwacht een overvloedigen oogst. 19. Hebr. [het] tot weinig. 20. Alzo dat het verstuift, en ulieden niet ten nutte komt. 21. Te weten, om dat op te bouwen en te versieren. Zie boven vs.4.